Digitale Ausgabe

Download
TEI-XML (Ansicht)
Text (Ansicht)
Text normalisiert (Ansicht)
Ansicht
Textgröße
Originalzeilenfall ein/aus
Zeichen original/normiert
Zitierempfehlung

Alexander von Humboldt: „Afschrift van enen brief van den heer Humboldt aan den heer baron van Forell, Minister Plenipotentiaris van den Keurvorst van Saxen, aan het Hof van Spanje, Geschreven uit Caracas den 3den February 1800“, in: ders., Sämtliche Schriften digital, herausgegeben von Oliver Lubrich und Thomas Nehrlich, Universität Bern 2021. URL: <https://humboldt.unibe.ch/text/1800-Extracto_de_la-2-neu> [abgerufen am 26.04.2024].

URL und Versionierung
Permalink:
https://humboldt.unibe.ch/text/1800-Extracto_de_la-2-neu
Die Versionsgeschichte zu diesem Text finden Sie auf github.
Titel Afschrift van enen brief van den heer Humboldt aan den heer baron van Forell, Minister Plenipotentiaris van den Keurvorst van Saxen, aan het Hof van Spanje, Geschreven uit Caracas den 3den February 1800
Jahr 1800
Ort Haarlem
Nachweis
in: Nieuwe Algemene Konst- en Letter-Bode 14:361 (28. November 1800), S. 170–174.
Sprache Niederländisch
Typografischer Befund Antiqua (mit lang-s); Spaltensatz; Auszeichnung: Kursivierung, Kapitälchen.
Identifikation
Textnummer Druckausgabe: II.2
Dateiname: 1800-Extracto_de_la-2-neu
Statistiken
Seitenanzahl: 5
Spaltenanzahl: 11
Zeichenanzahl: 22762

Weitere Fassungen
Extracto de la carta del Baron de Humboldt al Sr. Baron de Forell, Ministro plenipotenciario de Saxonia en la corte de Madrid, fecha en Caracas á 3 de Febrero de 1800. Por Don Christiano Herrgen (Madrid, 1800, Spanisch)
Afschrift van enen brief van den heer Humboldt aan den heer baron van Forell, Minister Plenipotentiaris van den Keurvorst van Saxen, aan het Hof van Spanje, Geschreven uit Caracas den 3den February 1800 (Haarlem, 1800, Niederländisch)
|170| |Spaltenumbruch|

AFSCHRIFT van enen BRIEF van den heer HUMBOLDT aan den heer BARON van FORELL, Minister Plenipotentiaris van den Keurvorst vanSaxen, aan het Hof van Spanje,Geſchreven uit Caracas den 3den February 1800.

Mynheer de Baron!

Behalven de brieven, welke ik u door middel van den Pizarro, van het Fregat el Roy, en van een klein vaar- |Spaltenumbruch| tuig van Cadix, heb zoeken te doen toekomen, tracht ikreeds weder u met dezen brief lastig te vallen. Ik weethoe weinig ſtaat men, in enen tyd, in welken alle de Zeeënmet vyandelyke Schepen bedekt zyn, op de briefwisſelingkan maken: ik weet hoe veel belang gy in den goeden uit-ſlag van mynen arbeid ſtelt, en met he veel toegevenheidgy alles, wat van my komt, ontfangt. Aan u, myn waar-dige Vriend! ben ik de gelukkige omſtandigheden, in welkeik my beyind, verſchuldigt — aan u zal het Publiek hetgeringe nat, ’t welk mogelyk uit deze reize naar de Indienvoortvloeijen zal, verſchuldigt zyn. Terwyl ik den grotenOceaan, die de beroerde van de ſtille waereld afzondert,bevoer — terwyl ik my aan de barre oevers der Guara-picke, en midden in de oude Bosſchen, welke de dalen van Tumeríquiri bedekken, bevond, was uw aandenken my al-toos aanwezig. De mensch is tot dankbaarheid geboren, ende Natuurkundige, die de wetten der Natuur beöeffent,heeft, boven anderen, drangredenen om dankbaar te zyn. ’Er zyn naauwlyks 3 weken verlopen, ſedert myn laatſtebrief vertrokken is: maar ik vrees zo zeer, dat dezelve mis-ſchien verloren zal raken, dat ik het wagen zal te herha-len, ’t geen ik u reeds meermalen gemeld heb. — ZonderSecretaris zynde, heb ik den moed niet, om (gelyk menhier gewoon is) enen en denzelfden brief tot viermalen toeafteſchryven. Verſchoon my derhalven, Mynheer de Baron!indien onder andere bewoordingen het wezen myner brief-wisſeling dikwyls het zelfde is. Hoe meer wy binnen in de Chaymas Misſten zyn door-gedrongen, hoc minder berouw wy hebben, dat wy nietregtſtreeksen naar de Havana gegaan zyn. Hoe was hetmogelyk, zo digt by de kust van Paria — by de wonde-ren van den Oronoco — by die onmetelyken bergketen(Cordillere), welke zich van Quito Oostwaarts tot Carou-pano uitſtrekt — by die ſtatelyke groeijing, welke ons Jacquin in zyne werken beſchreven heeſt, te zyn — en ’erzich van te verwyderen met een Packet, die zich maar 3dagen te Cumana ophoudt! Daar ik ene zeer aanmerke-lyke ſom gereed geld by my had, daar de vriendſchap vanden achtingswaardigen Governeur, den Scheeps-Kapitein D. Vicente Emparan, my het grootſte gemak bezorgde, daarik tevens vreesde door de beſmetting ener kwaadaartigekoorts, welke na onze komst tusſchen de keerkringen, opons Schip heerschte, aangedaan te zullen worden; beſloot ikop ene kust te blyven, alwaar ik van wegens het gezondeClimaat, en afwezenheid van regen, aanſtonds konde begin-nen te werken; terwyl ik op het Eiland Cuba dit nog 3maanden zoude hebben moeten uitſtellen. Waarom kondegy, myn waarde Vriend! die, niettegenſtaande de hoflucht,zulk een waar belang in de werken der Natuur ſtelt, metons de gevoelens van bewondering en genot niet delen, waarvan wy doordrongen wierden, toen wy voor de eerſte maaldezen bezielden grond van Zuid-Amerika betraden? Indienwy in de Havana of te Caracas gekomen waren, zou-den wy overal voetſporen van Europeaanſche beſchaving heb-ben aangetroffen, maar in de Golf van Cariaco, aan |171| |Spaltenumbruch| welke de wilde Indianen der moerasſen (Guaraunos delArco) tot op 15 mylen afſtand naderen, kondigt alles nogde heerſchappy der Natuur aan. De Tygers, de Crocodil-len, de Apen zelve ſchrikken niet voor den Mensch; dekostbaarſte Bomen, de Guajacan’s, de Mahagony’s, de Bra-ſilie-, de Campeche-hout-bomen, de Crispa’s (Kina) ſtrek-ken tot aan de kust toe en maken, door derzelver ſaamge-vlogtene takken, ſomtyds het landen moeilyk. De waterenen de lucht zyn vervult met de zeldzaamſte Vogelen. —Van de Bo’s af, die een Paard opeten, tot aan de Colibritoe, die op den kelk ener bloem rusten, zegt ons alles hierhoe groot, hoe vermogend en tevens hoe goed, de Na-tuur is. Na dat wy ſedert 6 maanden de Corunna verlaten heb- ben, genieten myn reisgenoot en ik de beste gezondheid.Wy zyn thans reeds genoeg aan het Climaat gewoon, om tezien, dat een Europeaan in deze landen met voorzigtigheidbyna even zo veel kan reizen, als in Europa. Wy hebbenhet geluk gehad, dat wy, na ons vertrek uit Madrid, geen één inſtrument gebroken hebben; zelfs de teerſte, deBarometers, de Hygrometers, de Cyanometers, het inclina-tie Compas, de Scheikundige toeſtel ter ontleding der damp-kringslucht, zyn beſtendig in gebruik geweest, ’t zy gedu-rende onze overvaart (in welke ons de achtingwaardige Rid-der Clavijo alle bedenkelyk gemak bezorgd heeft) ’t zy ter-wyl wy met Muilezels in de hoge Cordilleras reisden. Bon-pland heeft enen onbegrypelyken yver en werkzaamheid ge-toond. — Meer dan 6000 gedroogde planten (wanneer mender de dubbele byrekent) 600 naauwkeurige beſchryvingenvan belangryke of nieuwe planten, inſecten, veel hoorns enſchulpen, Barometriſche of Trigonometriſche bepalingen vande hoge bergketen, Geologiſche beſchryvingen, een tamelykuitgebreidde Astronomiſche arbeid over de lengte en breedteder plaatſen, waarnemingen van de immerſien en émerſiender ſatelliten, en van de Zon-Eclips, die den 28ſten Octo-ber te zien geweest is, (deszelfs einde is te Cumana inmiddelbaren tyd geweest te 2 uren 14′ 22″) proeven overde magnetiſchen inclinatien en declinatien, over de lengtevan den ſlinger, over de warmte, de veerkracht, de door-ſchynendheid, de vogtigheid, de electriſche lading, de hoe-veelheid zuurſtof van den dampkring, een vyftigtal tekenin-gen betrekkelyk de ontleding van planten en ſchulpdieren –deze zyn de vrugten van onzen arbeid in de Provintie van Cumana geweest. — Ik heb aan den Hr. d’Urquijo ge-ſchreven en neem de vryheid u te verzoeken hem op nieuwte verzekeren, dat ik de goedheid, met welke alle Koning-lyke Officieren myne letterkundige uitſtappen bevorderen,niet genoeg kan roemen. Wy ſpreken reeds zo vlug Spaansch, dat het ons genemoeite kost, een geſprek van enige uren gaande te houden:ik bewonder, in de inwoners dezer afgelegene landſtreken,die gulle oprechtheid (loyauté) die eenvoudigheid van ka-rakter, dat mengzel van ſtyf heid en goedwilligheid, welkealtoos de Spaanſche Natie onderſcheiden hebben: indien alde kundigheden weinig verſpreid zyn, de onzedelykheid is |Spaltenumbruch| het des te minder. — Veertig mylen van de kust, in debergen van Guanaguana, hebben wy woningen aangetrof-fen, welker bezitters zelfs van het aanzyn van myn vader-land onkundig waren. Hoe zal ik u de aandoenlyke gast-vryheid, met welke men ons behandeld heeft, afſchilderen!Men ſcheidt, na een verblyf van 4 dagen, van elkander,als of men zyn gehele leven te zamen had doorgebragt. Hoelanger ik in de Spaanſche volkplantingen leef, hoe meer ge-noegen ik ’er in ſchep: wanneer ik eenmaal in Europa zalte rug gekeert zyn, zal ik moeite hebben om my te ont-ſpanjaarden. — Wy hebben, niettegenſtaande den regentyd,alleraangenaamſte reizen naar de kust van Paria, naar deZendingen der Capucynen by de Chaymas en Guaraunos- Indianen gedaan, nimmer heeft enig Natuurkundige in dezemisſien geweest. Wy hebben ’er ene menigte nieuwe plan-ten en nieuwe ſoorten van palmbomen ontdekt. Wy hebbenden top van den Tumeriguiri beklommen, en zyn neder-gedaalt in de Cueva del Guacharo, ene onmetelyke ſpe-lonk, die door duizende nagtvogelen (ene nieuwe ſoort van Caprimulgus Linn. ) bewoond wordt. Niets kan ſtatelykerzyn dan de ingang dezer ſpelonk, die door de ſchoonſteplanten omkranst wordt. ’Er komt ene tamelyk grote rivieruit voort. Het binnenfte klinkt van het doodsch geſchreider vogels. Dit is de Acheron der Chaymas Indianen,want volgens de Mythologie dezer volken, en der Indianenvan den Oronoco, gaat de ziel der overledenen, naar de Cueva — naar de Guacharo gaan, betekent in hunnetaal, ſterven. Wy hebben byna 14 dagen in de valey van Caripe doorgebragt, zy legt 952 Varas Caſt. boven hotwaterpas der Zee. Dit is ene valey, die door naakte India-nen en zwarte Apen met rode baarden bewoond wordt. DeCapucynen in het klooster, en de Zendelingen onder de halfwilde Indianen, hebben ons met goedheid en beleefdheidoverladen. Wy hopen, na ons 2 maanden in deze groteStad, waar in de Europeaanſche weelde reeds zeer ſterkdoorgedrongen is, te hebben opgehouden, doortedringen inhet binnenſte van het land, in Varinas, en Sierra ne-vada de Merida, vervolgens de rio Apure en de Orenoco aftezakken tot aan Angostura in Guyana, om door laVilla del Pao naar Cumana te rug te keren, en ’er dePacket van Mey aftewagten, die, indien de Crocodillen van Caziguiare ons niet vooraf verſlonden hebben, ons naar de Havana zal brengen. — Een onzer vrienden, Vader An-dujar, een Capucyn, zal ons verzellen; want wy zullenna Apure niets vinden dan Indianen en Misſionarisſen.De Spanjaarden mogen niet in de Misſien komen. Wy ge-nieten ene zeer byzondere beſcherming van den Bisſchop,van den Vader Guardiaan, van de Osſerranti en denPrefect der Capucynen. Deze brief is reeds veel te lang, om verloren te gaan enin het water geworpen te worden: maar hoe zoude ik aanden Baron van Forell durven ſchryven, zonder een woordvan Geognoſie te melden! Ik heb ſchone bouwſtoffen ver-zameld voor myn werk ueber ſchichtung und lagerungder gebirgsmasſen. Welke regelmatige conſtructie, welke |172| |Spaltenumbruch| analogie van vorming heerscht ’er in alle de Zonen — op10° breette hellen de oorſprongelyke lagen der bergen (ge-lyk van den St. Gothard, in Sileſien, en in de Pyreneën)naar het Noordwesten. Zuid-Amerika is een Schier-Eiland,dat onmetelyk boven het waterpas der Zee verheven is. — Los Planos, vlaktens die zich van Varinas tot aan Bue-nos-Ayres uitſtrekken, en op de welke de hemel den Ho-rizon uitmaakt, hebben tot 800 of 900 Varas Caft. hoog-te. Ik geloof, dat zy zich op de Zuiderbreette van 15° tot1400 Voras verheffen, en dat zy trapsgewyze boven el-kander verhevene platte bergen vormen, gelyk de vlakte van Thibet, en ’t geen men in Afrika woestynen noemt. Dehoge Cordillera (een tak van die van Popayan en Quito)nadert meer tot de kust, dan zy zich naar het Westen uit-ſtrekt. Zy beſtaat uit gebladerde Granit, die hier, gelyk inZwitſerland, gemengt is met groenen Spekſteen, met glim-meragtige ſchiefer, met ene oneindige menigte Granaten,met magnetisch yzer (te Caracas) en oorſpronglyke leiſteen.Ik heb ſporen van Syënit en van de oorſpronglyke vormingvan Grünſtein gevonden, gelyk ook een innig mengzel vanveldſpath en hoornſteen in glimmeragtigen ſchieferſteen, diede overgang van Talkſchiefer tot Thonſchiefer maakt: in de-ze oorſpronglyke rotzen vindt men, gelyk in Europa, on-dergeſchikte lagen van byna oorſpronglyken digten kalkſteen,maar met aderen van kalkſpath, die denzelve altoos ken-ſchetſen; lagen quarts, met een weinig Cyanit te Mani-quares, en ene koperertz-vorming te Chacao-Aroa. Deoorſpronglyke bergketen, die te Merida en la Santa Mar-tha nog met ſneeuw bedekt is, en in de Provintie van Carcacas nog 3000 Vares hoogte heeſt, daalt onbegrype-lyk ſchielyk, naar mate zy zich meer naar het Oosten uit-ſtrekt. De bergen, die uit glimmeragtigen ſchiefer beſtaan,hebben in de Provintie van Cumana maar 600 of 700 Va-res hoogte. Zy volgen de landengte, welke de golf van Cariaco van den Oceaan afſcheidt, en eindigen by demonden der Dragon, aan het Eiland Triniteit. By de Pun-ta Araja is de oorſpronglyke bergketen gene twee mylenmeer breed, en men kent ’er genen arm der Colosſale ber-gen van Quito meer aan. Wanneer men het binnenſte vanden golf van Mexico en van dat gedeelte der Margueri-ten, ’t welk men Macanao noemt, onderzoekt, voelt menzich genegen om te geloven, dat van Cabo Codera af deoorſpronglyke bergketen eertyds meer Noord-Oostwaardsging, en dat by de grote Cataſtrophe, waar door de Golfontſtond, het tegenovergelegene gedeelte der bergketen te Cumana, verſtoord geworden is. Het is ten minſten ze-ker, dat tegenwoordig de ſecondaire bergketen in de Pro-vintien van Nieuw Barcelona en Nieuw Andaluzien, 3of 4 maal meer boven het waterpas der Zee verheven is,dan de oorſpronglyke keten. De hoogſte toppen dezer twe-de bergketen zyn, volgens myne afmetingen, de Brigan-tin, de Guachara, de Cocollar en vooral de Tumirigui-ri, van welken de Cucurucho, die uit zandſteen en metoorſpronglyken kalkſteen beſtaat, 2244 Vares hoog is. Degehele bergketen behoudt lang ene hoogte van 1200–1500 |Spaltenumbruch| Vares; zy daalt zeer ſchielyk naar bet Noorden (den Oce-aan) maar langzaam en allengskens naar het Zuiden, naarde Planos van Maturin, Tereczen, die, gelyk alle devlakten van Amerika, meer dan 2000 voeten hoog zyn. —De mineralen van ene ſecondaire vorming, zyn (om metdie, welke onmiddelyk op den oorſpronglyken leiſteen rus-ten, te beginnen) a. de kalkſteen der hoge Alpen, dieblaauw en digt is, ſomtyds in het fynkorlige overgaat, geneſchelpen door zyne gehele masſa verſpreid heeft, maar inwelken deze in byzondere lagen, op de hoogſte toppen, ver-zameld zyn. — Men onderkent aan de gedaante dezer ber-gen, aan hunne onregelmatige en gedraaide lagen, die zelf-de kalkaartige vorming, die in een groot gedeelte der Py-reneën, der Apenynen, der Zwitſerſche Alpen, der Tyrol-ſche, Salzburgſche en Stiermarkſche bergen gevonden wordt –met één woord, alles, wat ik in de hoge bergketens vanEuropa gevonden heb — dit is de middel-kalkſteen van Fichtel. Maar het meest onderſcheidende karakter, waardoor de Natuur deze vorming heeft onderſcheiden — hetkarakter waar aan ik ontdekt heb, dat de Alpen-kalkſteenvolſtrekt eenzelvig is met den zogenaamden Zechſtein derSaxen, is daar in gelegen, dat men in den Zwitſerſchen Al-pen-kalkſteen, even als in dien van den Tumiriquiri in Zuid-Amerika, lagen mergelſchiefer en koperſchieſer vind — de-ze lagen zyn in de bergketen van Nieuw-Andaluſien van eentot 3 halve roeden (toiſes) dik — zy beſtaan uit een innigmengſel van kalk-, klei- en aluin-aarde, ’t welk door enegrote hoeveelheid koolſtof gekleurd wordt. Wanneer ik de-ze lagen aan de Zon blootſtel, worden zy wit en geven mykoolſtof houdende-waterſtof. — Zy bevatten koper-pyritenen ſomtyds ook Petroleum. — In enen berg, die 100 halveroeden hoog is, vindt men ſomtyds tot 10 of 12 van dezelagen mergelſchiefer, juist gelyk in het dal van Lutſchinenen van het Grindelwald. Somtyds (gelyk te Cuchilla deGuanaguana el purgatorio) gaan zy over in lagen Flöz-thonſchiefer, welke met dien van Scheidek in Zwitſerlandovereenkomt. De kalkſteen zelf bevat voetſporen van bruinyzerertz (gelyk in het Stazlithal) en grote holen, waar uitRivieren ontſpringen. In deze holen heb ik nog gene ge-gravene beenderen of phophorzure kalk ontdekt. — De vier-voetige dieren ſchynen van lateren oorſprong te zyn dan de-ze kalkſteen. Maar ’t geen zeer byzonder is (hoewel hetovereenkomst heeft met de Boraciten en Quartz-kryſtallen,die men in den gyps van Luneburg en Burgtonna in Saxenvindt) ik heb ver van alle aderen (filon’s) en van alle he-terogene lagen midden in den Alpen-kalkſteen zeer fraaiebergkryſtallen ingewasſen gevonden. Deze kryſtallen zyn zozeldzaam, dat een grote berg (de Cuchivano) ’er misſchienniet meer dan 4 of 5 bevat. Zy zyn zonder droezen in demasſa bevat (empatées) gelyk de veldſpath in de porphy-ren. — b. ene zeer verſche Zandſteen vorming, welke opden Alpen-kalkſteen rust. Dit is ene ſamenhoping van ſchel-pen, van kiezelſtenen, quartz en niet oorſpronglyken kalk-ſteen (gelyk by Montſerrat in Catalonien) welke doorkoolſtoſzure kalk aan elkander gelymd zyn. Men kan zich |173| |Spaltenumbruch| gemaklyk omtrent deze zandſteen-vorming bedriegen, daarzy lagen bevat, die, op de diepte van 30 halve roeden, bynazuivere kalſteen ſchynen te zyn. Wanneer men echter de-zen naauwkeuriger beſchouwt, outmoet men enige quartskeitjes in de masſa, en deze zelfde lagen vervolgende, zietmen allengskens de kalkaartige baſis verdwynen, en de keit-jes zodanig toenemen, dat men eindelyk niets dan ene kie-ſelaartige breccia gewaar wordt. Dit is hier dezelſde zand-ſteen als ’er in la Mancha en het Koningryk Leon gevon-den wordt, of als die van Aranjuez, waar over gy zulkevernuftige waarnemingen hebt medegedeeld. Digter by deGolf van Mexico en zelfs op ſommige Eilanden, welkerſtructuur wy hebben kunnen onderzoeken (Cabagua, Co-che, Marguerite, misſchien ook Tabago) bevat deze zand-ſteen ene waereld van Conchylien, ſtukken madreporen, me-andriten, çelkoralen, een halve cubiek voet groot. Over deverdeling dezer Conchylien kan men zeer fraaie waarnemin-gen maken; ik vergenoege my 2 zaken optegeven, die vrywat tegen de, in Duitschland aangenomene, denkbeeldenaanlopen: voor eerst, dat het grootſte deel der verſteendeConchylien van deze Zuid-Amerikaſche kust, tot dezelfdeſoort behoren, als die, welke wy in de Golf zelve verza-meld hebben; en ten tweden, dat ik gedurende de ebbeduidelyk gezien heb, dat in de lagen zandſteen, welke denbodem van den Oceaan uitmaken, de zoetwater Conchylienmet die der Zee vermengd zyn. — Ik heb nog gene Am-moniten en Belemniten kunnen ontdekken. Daar de wate-ren de landen, onder den Æquator gelegen, van wegen derotatie en middenpunt-vliedende kragt, langer bedekt heb-ben, zyn dan deze zelfde landen daarom van een latere vor-ming? — c. ene vorming van (ſal gemmæ) ſteenzoutik verenig onder dezen naam die zelfſtandigheden, welke ikin Polen, in Engeland, in Tyrol, in Bex en in Spanje al-toos verenigd gevonden heb, den ſalzthon (zoutzure klei)den waren moederſteen van het ſteenzout, welke ’t zelveover de gehele aarde, gelyk de ſchieferthon de ſteenkolen,verzelt: (deze ſoort van klei is den Mineralogisten weinigbekend, maar heeft in alle tyden den Mynwerker in hetzoeken naar het ſteenzout geleid, zy is een mengſel vanaluin en kiezelaarde, een weinig kalk en veel magneſia, ’tgeen wegens de koolſtof houdende waterſtof, die het bevat,grys of bruin is, en noodlottige eigenſchep in enen hogengraad bezit, dat het de dampkringlucht zeer volkomen enin weinige dagen ontleedt) — den gyps, ’t zy in masſa, oflenticulair, en het ſteenzont. Deze zoutagtige kley, zo on-gemeen ryk in Popayan en Quito, in de Oostlyke Provin-tien ( Nieuw Barcelona en Nieuw Andaluſien) zo arm,dat men ’er met moeite door het Microscoop het zout inontdekt. — Zy bevat meer dan 0,3 petroleum, waar uitde brounen van Brea, la Trenité en Buen Pastor op dekust van Paria ontſtaan, gelyk ook in de Golf van Ca-riaco zelve, welke Golf, volgens de Geologiſche overleve-ring der Gucaigery Indianen, door ene aardbeving gevormdis, en nog gemeenſchap ſchynt te hebben met de Volcanenvan Cumacatar, die zwavel, waterſtof gas, en warme,zwavelig waterſtof houdende, wateren, uitwerpen. |Spaltenumbruch| In den omtrek van de Golf zyn de aardbevingen hetſterkst ... Wy hebben in de maand November te Cumana zeer ſterke ſchokken ondervonden, welke de magnetiſcheinclinatie verandert hebben. Vóór de aardbeving van den 4November was zy 44° 20′ nieuwe verdeling, na dezelve43° 35′. Men moet aanmerken, dat de aardbevingen nietkomen, dan na het einde der regens, dat dan de holen vanden Cuchivano in den nacht waterſtof-gaz ontlasten, ’t welkmen op 100 halve roeden hoogte ziet lichten. — Het iszeer waarſchynlyk, dat de ontleding van het water, in denmergelſchiefer, die vol pyriten is, en koolſtof houdende wa-terſtof bevat, ene voorname rol in deze verſchynzelen ſpeelt.De Stad Cumana legt nog ſedert 2 jaren in hare puin-hopen. Op de moeilyke en gevaarlyke reis, welke wy naar de Silla de Caracas gedaan hebben, en in verſcheidene ande-re uitſtappen, hebben wy vele zaden en mineralien (zeerkleine kryſtallen van Titaneums, kruisſteen, welke met denSpaanſchen overeenkomt, groenſteen, graniet rotzen enz.)verzameld: welke ik hier van daan voor den Tuin en hetKabinet van zyne Catholique Majeſteit zal afzenden. ——Ene andere bezending zal ik van Cumana doen, van waarik insgelyks ene uitgebreidere Verhandeling over de vormingvan den Aardkloot, in dit gedeelte der waereld, zal afzen-den. —— Indien uw ſchoon werk over de Mineralogie vanSpanje, gedurende myne afwezenheid, zoude uitkomen, ge-ve ik u volkomen vryheid, om van myne geringe waarne-mingen gebruik te maken. —— Ik zoude ten uitterſten ge-lukkig zyn, indien ik iets ter bereiking van zulk een be-langryk oogmerk konde toebrengen. Ik verzoek u, Myn-heer de Baron! van mynen onderdanigſten dienst te willenaanbieden aan Mynheer den Ridder d’Urquijo, aan wien ikden 3den Augustus, 29ſten September en 24ſten Novembergeſchreven heb, en den waardigen Dr. Joseph Clavijo, be-nevens de Hrn. Hergen, Proust, Pertsch, Tribolet en Talacger, hartelyk te willen groeten. Indien men te Madrid weet, waar myn Broeder zich op-houdt, verzoek ik den Heer Tribolet vriendelyk, my debeleeſdheid te willen bewyzen, van hem berigt te geven vandezen brief, en van den gelukkigen voortgang myner on-derneming. —— Ik ſtel zo weinig vertrouwen in de brie-ven, die men van hier ſchryft, dat ik geloof, dat ’er naauw-lyks één van vier in behouden haven komt. Ik zende alle de Mineralen, welke ik bezit, aan het Ka-binet van den Koning — ik behoude niets voor my. —Ik geloof niet onbeſcheiden te zullen zyn, indien ik de Hrn. Clavijo en Hergen verzoek, zo zy dubbelde ſtukken ofvoorwerpen, die hun minder belangryk voorkomen, in my-ne bezendingen vinden, die wel voor my te willen bewa-ren. — Het zal my eenmaal zeer aangenaam zyn, ten min-ſten enige ſtaaltjes te bezitten uit een land, waar in menmet zo veel ongemak reist. Verzeker den Abt Cavanilles, van onze vriendſchap,wy hebben hem van Cumana geſchreven, en zullen hem,by onze terugkomst van den Oronoco, in Mey of Juny,ene fraaie verzameling planten zenden. |174| |Spaltenumbruch| Ik hoop, dat gy de kleine verzameling van Volcaniſcheproducten, welke ik voor het Kabinet des Konings,van Orotava, beſtemt heb, reeds zult ontfangen hebben.Onze oude vriend, de Hr. le Gros, welke in den Botani-ſchen Tuin van den Marquis de Navar woonde, heeft ditop zich genomen. Hy ſtond op het punt, om zelve naarMadrid te vertrekken, en indien zyne reis uitgeſteld mogtzyn, zullen enige letteren aan den Marquis de Navar te Liguna, voldoen, om deze verzameling te krygen en nogene veel fraaiere, daar de Hr. le Gros zo kundig als dienst-vaardig is. Bonpland verzoekt my u zynen dienst aan te bieden, enik hoop, dat gy de betuigingen der ſterkſte erkentelykheiden onveranderlykſte vriendſchap, wel zult willen aannemen,met welke ik de eer heb te zyn enz. |Spaltenumbruch|

|Spaltenumbruch| (was get.) Humbold.

PS. Indien gy naar Saxen ſchryft, zult gy my wel in hetaandenken van den Baron van Raeknitz willen aan-bevelen, en hem een woord van mynen arbeid mel-den.