— Wij ontvangen het sierlijk uitgevoerd prospectus van een Tagebuch einer Reise vom Mississippi nach den Küsten der Südsee von Balduin Möllhausen. Wij vermelden het nu reeds omdat het werk zelf door Alexander von Humboldt wordt ingeleid en aanbevolen. „Het werk, zegt de uitstekende geleerde, hetwelk ik thans, uit eigen beweging, uit achting voor de rustelooze en volhardende werkzaamheid van den schrijver bij eene groote expeditie, voor den bescheidenen eenvoud van zijn krachtig en immer eerbiedwaardig karakter en voor een nitstekend, door den aanblik der vrije natuur bijna alleen gevormd kunsttalent, met een woord van aanbeveling begeleid, maakt geen aanspraak op physisch-wetenschappelijke waarde, hoewel het ook omtrent de uiterlijke gesteldheid van den bodem en de geographische gesteldheid van zoo weinig onderzochte streken veel belangrijks aanbiedt, dat op eigene waarneming steunt of ook soms aan de geleerden van onderscheidene vakken, die de reis medemaakten, ontleend is. De heer Möllhausen, vroeger aangesteld als topograaf en teekenaar bij de expeditie, welke, onder bevel van den moedigen en talentvollen luitenant Whipple, ter bepaling van de zuidelijke spoorweg-rigting naar de kusten van de Stille Zee door de regering der Vereenigde Staten werd afgezonden, maakt een dagboek openbaar, waarin hij, tevens als commentaar op zijne beschrijvingen des lands en zijne historische schetsen, de frissche, levendige indrukken wedergeeft, door hem van de natuur ontvangen. Overal, waar de voorstelling des reizigers de uitkomst was van eene juiste en naauwkeurige beschouwing van het tegenweordige, waarborgt zij reeds daardoor en vooral in datgene, wat de toestanden der in boorlingen op de verschillende trappen van hunne onbeschaafdheid betreft, eene gewigtige, zuiver menschelijke belangrijkheid.” Wij vertrouwen, dat, na eene dergelijke aanbeveling, aan dit werk de belangstelling van het beschaafd publiek zal ten deele vallen. Het zal te Leipzig, bij H. Mendelssohn, het licht zien; de inteekeningsprijs bedraagt omstreeks 18 Thaler, waarvoor men een met platen versierd werk van omstreeks 70 vellen druks ontvangt, dat nog in den loop van dit jaar zal verschijnen.