Digitale Ausgabe

Download
TEI-XML (Ansicht)
Text (Ansicht)
Text normalisiert (Ansicht)
Ansicht
Textgröße
Originalzeilenfall ein/aus
Zeichen original/normiert
Zitierempfehlung

Alexander von Humboldt: „Brief van den Heer von Humboldt aan den Heer Arago“, in: ders., Sämtliche Schriften digital, herausgegeben von Oliver Lubrich und Thomas Nehrlich, Universität Bern 2021. URL: <https://humboldt.unibe.ch/text/1829-Lettre_de_M-16-neu> [abgerufen am 24.04.2024].

URL und Versionierung
Permalink:
https://humboldt.unibe.ch/text/1829-Lettre_de_M-16-neu
Die Versionsgeschichte zu diesem Text finden Sie auf github.
Titel Brief van den Heer von Humboldt aan den Heer Arago
Jahr 1830
Ort Haarlem
Nachweis
in: Algemeene Konst- en Letter-Bode, voor het Jaar 1830 1:1 (1. Januar 1830), S. 3–10.
Sprache Niederländisch
Typografischer Befund Antiqua (mit lang-s); Auszeichnung: Kursivierung, Sperrung; Fußnoten mit Asterisken.
Identifikation
Textnummer Druckausgabe: IV.98
Dateiname: 1829-Lettre_de_M-16-neu
Statistiken
Seitenanzahl: 8
Zeichenanzahl: 15191

Weitere Fassungen
Lettre de M. de Humboldt à M. Arrago (Paris, 1829, Französisch)
[Lettre de M. de Humboldt à M. Arrago] (Paris, 1829, Französisch)
[Lettre de M. de Humboldt à M. Arrago] (Wien, 1829, Deutsch)
Letter from Baron Humboldt (London, 1829, Englisch)
Nachrichten von Alexander v. Humboldts Reise (Augsburg, 1829, Deutsch)
Voyage de M. de Humboldt. (Lettre adressée par ce voyageur à M. Arrago, de l’académie des sciences (Paris, 1829, Französisch)
[Lettre de M. de Humboldt à M. Arrago] (Budapest, 1829, Deutsch)
Voyage en Sibérie (Sankt Petersburg, 1829, Französisch)
Nachrichten von Alexander von Humboldts Reise (Sankt Petersburg, 1829, Deutsch)
Geologische Merkwürdigkeit (Gotha, 1829, Deutsch)
List P. Barona Humboldta do P. Arrago (Vilnius, 1829, Polnisch)
Lettera del sig. De Humboldt (Mailand, 1829, Italienisch)
Lettre de M. de Humboldt à M. Arrago (Paris, 1829, Französisch)
Resultate der Reise des Herrn von Humboldt in die Uralischen Gebirge (Weimar, 1829, Deutsch)
Письмо Барона А. Гумбольдта къ Члену Парижской Академiи Наукъ, Г-ну Арраго [Pisʹmo Barona A. Gumbolʹdta k Členu Parižskoj Akademii Nauk, G-nu Arrago] (Sankt Petersburg, 1829, Russisch)
Brief van den Heer von Humboldt aan den Heer Arago (Haarlem, 1830, Niederländisch)
Extrait d’une Lettre de M. de Humboldt a M. Arago (Paris, 1830, Französisch)
A. v. Humboldt’s Reise in den Ural (aus einem Briefe desselben aus Oust-Kamenogorsk in Siberien vom 1/13 und 8/20 Aug. 1829 an Arrago) (Heidelberg, 1830, Deutsch)
Brief Narrative of De Humboldt’s Travels in Russia (Edinburgh, 1830, Englisch)
Humboldt’s Account of the Gold and Platina District of Russia (London, 1831, Englisch)
Humboldt’s Account of the Gold and Platina District of Russia (Charleston, South Carolina, 1831, Englisch)
Humboldt’s account of the gold and platina district of Russia (Baltimore, Maryland, 1831, Englisch)
Humboldt’s Account of the Gold and Platina District of Russia (London, 1831, Englisch)
Humboldt’s account of the gold and platina district of Russia (London, 1831, Englisch)
|3|

BRIEF van den Heer von HUMBOLDT (*) aan den Heer ARAGO.

Ziedaar mij reeds meer dan twee maanden buitende grenzen van Europa, ten oosten van het Ural-
(*) Wij hebben in No. 51 van 1829 de terugkomst vandezenberoemde reiziger, van zijne reize door het Noordelijk gedeeltevau Azie, te Petersburg vermeld; volgens latere berigten heeftdeze togt aanleiding gegeven, tot de ontdekking dat hetUralgebergte ook Diamanten bevat, — eene ontdekking,die even zoo merkwaardig voor de wetenſchappen wordtgeacht, als eenmaal belangrijk te kunnen worden voor Rus-land in ’t algemeen, en voor de grondbezitters in ’t bijzon-der, die dezelve gedaan hebben. De Graaf de Polier, ook in dezen brief vermeld, als hebbende v. Humboldt op die reize vergezeld, heeft op deszelfs aanſporing, inzijne landgoederen, omtrent 250 wersten van Perm het eer-ſte onderzoek daarnaar laten doen, en hetzelve reeds metbet vinden van zeven Diamanten bekroond gezien. Ten ge-volge hiervan zal men zich de noodige werktuigen aan chaf-fen, om die kostbare geſteenten tot een voorwerp van regel-matige bearbeiding te maken. — Later is, ter eere van denberoemden reiziger eene buitengewone zitting van de Keizer-lijke Academie der Wetenſchappen te Petersburg gehouden,welke door H. K. H. de Grootvorstin Helena, vele gezantenvan vreemde hoven, benevens een groot aantal der aanzienlijkſteburgelijke, geestelijke en militaire beambten en eene talrijkemenigte beoefenaars en beminnaars der wetenſchappen werdbijgewoond. Nadat eenige voorlezingen van andere geleer-
|4| gebergte; en, te midden van het onrustig leven, datwij leiden, heb ik menig gelegenheid laten voorbir-glippen, om u een bewijs van leven en vriendſchapte geven. Het is onmogelijk u in deze in haast ge-ſchreven letteren (wij zijn in dit fortje, aan de grenzender Kirghizer ſteppe, omtrent ten 4 ure des ochtendsaangekomen en vertrekken waarſchijnlijk dezen nachtnog, om meer oostwaarts op te trekken naar Bouk-torma, Narijm en den eerſten post van ChineeschMongolie), het is onmogelijk, zeg ik, u naauwkeurigde waarnemingen mede te deelen, welke wij, ſedertons vertrek van Petersburg den \( \frac{8}{20} \) Mei gedaan heb-ben; gij zult enkel met belangſtelling uit deze rege-len vernemen, dat het wetenſchappelijk doel mijnerreize boven mijne verwachtingen is bereikt; dat, inweerwil der vermoeijenisſen en afſtanden, die mendoorreist (wij hebben reeds van St. Petersburg afmeer dan 5600 werſten, waarvan 320 in dit gedeeltevan Azie, afgelegd), ik mij in goeden ſtaat van gezond-heid bevind, en met geduld en moed alles doorſta,terwijl ik alle reden tot tevredenheid over mijne reis-genooten (de Heeren Rose en Ehrenberg) heb,en dat wij, beladen met geologiſche, botaniſche enzoölogiſche verzamelingen van den Ural, Altai, Obi,Irtych en Orenburg, tegen het einde van November,hopen terug te komen. Het is mij niet mogelijk allede liefderijke voorzorgen te beſchrijven, die het Rus-ſisch Gouvernement heeft genomen, om het oogmerkvan dezen togt gemakkelijker te doen bereiken. Wijreizen met 3 rijtuigen, geleid door een opper-officierder Mijnen en voorafgegaan van een’ renbode derkroon. Somwijlen hebben wij 30 tot 40 paarden elkeſtation noodig, en des nachts zoowel als over dag,ſtaan de verſche paarden in de beste orde overal ge-
den hadden plaats gehad, gaf de Heer von Humboldt in die Vergadering een overzigt van den uitflag zijner merk-waardige reize en van den voortgang van de beoefeningder natuurkunde in Rusland, gelijk ook van de wetenſchap-pelijke reizen, die in de laatſte jaren, onder beſchermingder Rusf. regering, zijn ondernomen. Gelijkte begrijpen valt,werd die voordragt met veel aandacht en genoegen aange-hoord, waarna aan den Heer von Humboldt eene goudenmedaille van wege de Academie werd overhandigd.
|5| reed. Ik mag dit niet beſchouwen als teekenen van per-ſoonlijke welwillendheid en achting jegens mij; — hetis eene openbare hulde der wetenſchappen toegebragt,eene edele vorſtelijke weldadigheid, ter gunſte van devorderingen der hedendaagſche beſchaving. Onze wegliep over Moscau, Nijnei-Novgrod en van daar opde Wolga naar Kazan en de bouwvallen der Tartaar-ſche ſtad Bulgari.
Dit gedeelte van Rusland, door Muzelmanſche Tar-taren bewoond, met kerken en moskeën gelijkelijk over-dekt, is zeer belangrijk en verleent, even als de U-ral, Bashkirie en de Altaï eene levendige belangſtel-ſtelling in de voortreffelijke naſporingen van het Asiapolyglotta van den Heer Klaproth. Van Kazan heb-ben wij ons weder tot den Ural gewend, langs deſchilderachtig gelegen valleijen van Kungur en Perm.Op de geheele reis van Nynei-Novgorod tot Catha-rinenburg en de platina-wasſcherijen van Nynei-Tagilsk,werden wij vergezeld van den Graaf Polier, welken giju zult herinneren te Parijs bij Mevrouw de Hertoginne de Duras aangetroffen te hebben. Hij heeft in dezewoeste ſtreken zijn heerlijk talent van landſchapſchil-deren uitgeoefend. Door zijn huwelijk in Ruslandgevestigd geraakt, houdt hij zich met veel ijver on-ledig, met de verbetering van de bewerking der mijnenen der hamerwerken. Ik hervond vervolgens, hoevreemd het ſchijnen moge, op de Aziatiſche hellingvan den Ural, dezelfde kales, waarin ik uit Pa-rijs, naar Verona, Napels en Berlijn gereden was.Zij was in den besten ſtaat en doet eere aan het Pa-rijſche makelij. Wij hebben eene maand beſteed aanhet bezoek der goudmijnen van Borisſovsk, de Ma-lachiet-mijnen van Goumechyski, van Tagilsk; derhamerwerken van ijzer en koper, de bewerkingen van denberilſteen en der topazen; der goud- en platinawas-ſcherijen. Men ſtaat verwonderd over die ruwe goud-klompen van 2 à 3, zelfs van 18 à 20 ponden, ge-vonden op eenige duimen onder de graszoden, en ſe-dert eeuwen tot hier onbekend gebleven. De liggingen waarſchijnlijke oorſprong dezer aanſlijkingen (allu-vions) meest altijd vermengd met brokſtukken grun-ſtein en chloritisch lei- en ſerpentijnſteen, behoordentot de hoofdoogmerken dezer reis. Het gewasſchengoud, jaarlijks bewerkt, beloopt 6000 kilogr. D |6| nieuwe ontdekkingen aan gene zijde van den 59ſten en60ſten graad breedte, worden zeer belangrijk. Wijbezitten opgegraven olifantstanden, in deze aantlij-kingen van met goud bezwangerd zand gewikkeid. Der-zelver vorming, als gevolg van plaatſelijke verwoes-tingen en zamemvloeijingen (affleuremens) geſchieddeveelligt later dan de ontbinding der groote dieren. Debarnſteen en de houtverſteeningen, die men aan deoostelijke afhelling van den Ural vindt, zijn onge-twijfeld de oudſte. Bij het met goud bezwangerdzand, vindt men korrels vermiljoen, ruw koper,ceylonſche en andere granaten, kleine witte gomfteenen(zircons), begiftigd met den ſchoonſten glans vanden diamant, anataſe, albite enz. enz. Het is welopmerkelijk, dat in het midden en noorderdeel vanden Ural de platina alleen in overvloed gevondenwordt op de westelijke en Europeaanſche zijde. Derijke goudwasſcherijen van het geſlacht Demidow te Nynei-Tagilsk liggen op de Aziatiſche af helling, aande beide zijden van de Bartiraya, waar de aanſpoelingder Vilhni alleen meer dan 2800 pd. goud opleverde. Deplatina wordt gevonden op eene mijl ten oosten vande ſcheidlijn des waters (die men niet moet verwarrenmet de as der grootſte hoogten) op de Europiſcheaf helling bij de zamenvloeijing der Oulka, te Souk-hoi-Visnin en te Martian. De Heer Svetſow, diehet geluk had zich onder Berthier te oefenen, enwiens kundigheden en werkzaamheid ons bij onzetogten over het Uralgeberge zijn van veel nut geweest,heeft gechromateerd ijzer gevonden platina - korrels be-vattende, welke een bekwaam Scheikundige te Catha-rinenburg, de Heer Helm, ontleed heeft. Deplatina-wasſcherijen van Nynei-Tagilsk zijn zoo rijk,dat 100 pouds (van 40 Rusſiſche ponden zand 30(ſomtijds 50) ſolotnik platina geven, terwijl de zeerrijke goudaanlibbingen van de Vilhni en andere goud-wasſcherijen op de Aziatiſche helling, niet meer dan1½ en 2 ſolotnik op 100 pouds zand geven. Eenevrij lange keten der Cordillera’s; die van Cali, inZuid-Amerika, ſcheidt ook het goud en platina be-vattende zand van de oostelijke af helling (van Po-paijan) af van het met goud bezwangerd en zeer rijkvan platina voorzien zand der landengte der Raspa- |7| dura van Choco. De Heer Bousingault zalmisſchien op dit oogenblik nieuw licht verſpreidhebben over deze Amerikaanſche grondbedding, enzijne waarnemingen zullen te meer belang ontleenenvan die, welke wij hier konden verrigten. Wij be-zitten ruwe ſtukken platina van verſcheiden duimenlengte, waarin de Heer Rose eene fraaije groep ge-kristalliſeerd platina ontdekt heeft. Wat den porphijr-grunſtein van Laya betreft, in welken de Heer En- gelhardt kleine korrels platina berkende; wij hebbenopde plaatſen zelve, met veel zorgvuldigheid, denzelvenonderzocht, maar tot hier ſchenen de enkele metallickekorrels, die wij in de rotſen van Laya en den grunſteinvan den berg van Belaya-Gora zagen, den Heer Rose gezwaveld ijzer toe; dit verſchijnſel zal tenonderwerp van nieuwe naſporingen verſtrekken. Hetwerk van den Heer Engelhardt over den Uralkwam ons voor veel lof te verdienen. Het osmiumen iridium hebben ook eene bijzondere bedding;niet onder de rijke platina-aanſlibbingen van Nynei-Tagilsk, maar bij Bilimbajewski en Kichtem. Ikhoud mij aan deze geonognostiſche kenmerken, ont-leend van de metalen, die de platina-korrels te Cho-co, in Brazilie en op den Ural vergezellen.
Deze laatſte regels zijn den 20 Augustus geſchre-ven. Ik leî, acht dagen geleden, de pen neder, ommaansafſtanden op te nemen: want dit zuidelijk uit-einde van Siberie, waarin zich de oorſprong van deObi en de grenzen van Chineesch Mongolie bevinden,vordert veel aandacht, bij deszelfs Aardrijkskundige be-paling; kunnende alleen de gang der Chronometersdoor de ſnelheid der reis vervalscht worden. Sedertden 13den heb ik een’ Chineſchen voorpost in Dzon-garie gaan bezoeken. Wij waren genoodzaakt onzerijtuigen te Oust Kamenogorsk achter te laten en onsop deze afgrijsſelijk flechte wegen van lange Siberiſchevoertuigen te bedienen, waarin men in liggende hou-ding blijft. Maar, voor dat ik ſpreek van den dag,dien wij in het hemelsch rijk van het midden door- |8| bragten, moet ik den draad onzer reis weder opvat-ten. Na het noorden van den Ural over Verchotn-rie en Bogezlawsk bezocht, — azimuths, ter bepalingder noordelijke ſpitſen opgenomen en de Beril- enTopaasmijnen van Moursinsk gezien te hebben, ver-trokken wij van Catharinenburg den \( \frac{6}{18} \) Julij naarTobolsk, over Tiumen, waar voorheen afftammelin-gen van Batu-Khan woonden. Wij wilden onsregtſtreeks over Omsk naar Slatooust begeven: maarde ſchoonheid van het ſaizoen haalde ons over, omden Altaï en den hoogen Irtych (een omweg van 3000werst) bij het eerst bepaald ontwerp van onzen togtte voegen. De Gouverneur-Generaal van WestelijkSiberie, de Generaal Villiamonow deed ons dooreen zijner Aides-de-Camp, den Heer Yermolow vergezellen. De Generaal Litwinow, die langsde geheele linie van de Kirghizen het bevel voert, ver-plaatſte zich zelfs, door van Tomsk zich naar debergen van Kolyvan te begeven, om zich weder bijons te voegen en ons naar den Chineſchen post tegeleiden. Wij kwamen hier — over Kainks en de woes-tijn van Baraba, waar de muskieten met die van denOrenoko wedijveren, en waar men ſtikt onder paar-deharen maskers, — tot die fraaije hamerwerken vanBarnaul, het romanesk meir van Kolyvan, de ver-maarde mijnen van den Slangenberg (een bedding inhet porphyr) van Reiders en van Zirianowski, die jaar-lijks 40,000 ponden zilver met goud bezwangerd, op-leveren. Te Oust ziet men voor het eerst de ketender Kirghizen. Men had bij voorraad naar een’ der Chineſche pos-ten van Mongolie (Dzongarie) gezonden, om te ver-nemen, of men ons met den Generaal Litwinow zou willen ontvangen. De toeſtemming werd gegevenmet berigt, volkomen volgens Chineſche etiquette,dat de Chineſche bevelhebber van Baty verwachtte,dat, in weêrwil van het verſchil der rangen, men bijhem het eerſte bezoek in zijne tent zou aſleggen,aangezien hij zich eveneens zou gedragen, wanneerhij ooit op Rusſisch grondgebied kwam. Wijnamen den weg naar Baty over het fortje Bouchtormaen Krasnoyar, waar ik den geheelen nacht tusſchenden 16den en 17den Augustus (nieuwe ſtijl) met |9| waarnemingen doorbrengende, zonderlinge verſchijn-ſelen van polariſche ſtrepen zag. (ik verzoek u bij dezegelegenheid uwe magnetiſche registers te raadplegen).Te Baty zijn er twee Chineſche campementen aanbeide zijden van den Irtych; het zijn ellendige yourtes door Mongoolſche of Cambanzer ſoldaten bewoond.Een kleine Chineſche tempel ſtaat op een dorrenhenvel. Bactriſche kameelen met twee bulten weiddenin de vallei. De twee opperhoofden, waarvan de eenſlechts een week geleden van Peking kwam, zijn vanzuiver Chineesch ras. Men verwisſelt die om de driejaren. In zijde gekleed, met een fraaije paauwen-veer op de muts, ontvingen zij ons met eene zeer ver-makelijke deftigheid. Voor eenige ellen laken en roodfluweel, gaf men mij een Chineesch boek van vijfdeelen, een geſchiedkundig werk, dat, hoe gemeenhet moge zijn, voor mij als gedachtenis van dezenkleinen uitſtap van waarde zal blijven. Gelukkig ver-ſtrekte ook de grensplaats van Mongolie voor denHeer Ehrenberg tot eene zeer rijke mijn vannieuwe planten en inſecten. Maar ’t geen ons dentogt naar den Altaï zeer belangrijk maakt, is datnergens elders op de twee halfronden het graniet metgrove gewone feldſpath, ontdaan van albite, ontdaanvan aaneengegroeide gneisſ- en mica-schorl, bewijzenvan uitbarſtingen en verſpreiding oplevert, zoo als opden Altaï. Men ziet niet alleen het graniet in aderen,die om hoog verloren gaan, door de thonſchieferheendringen en door deze rots heenboren, maar zichook over dezelve zigtbaar verſpreiden, en wel voort-gaande op meer dan 2000 toiſen lengte; voorts heu-vels van graniet, kegelvormig en in de gedaante vankleine klokken, naast eenige koepels van trachytischporphyr, dolomiten in het graniet, porphyr-aderenenz. enz. De Heer Rose ontdekte in het noorden van denUral, een punt, waar het porphyr vol ſcheurtjes endeels in korrels door aanraking het kalkaardige injaspis door evenwijdige banden verdeeld, verandert.Ik zag ook te Pedrazio deze ſtrepen en ſilicificatien.De Ural is ook opmerkenswaardig door de naauweverbinding van de euphotide (chloriteuſe ſerpentijnſteen)met de grunſteinen met pyroxene vereenigd, maar |10| meer amphibole dan pyroxene enz. bevattende. Ik hebgepoogd om de temperatuur van de aarde (zij isdikwijls meer dan 2°), de magnetiſche inclinatie enkracht op die plaatfen waar te nemen, welke de Hn. Hamsteen en Ermann niet bezocht hebben. Dezelfde punten bewijzen de beweging der knoopenvan het oosten naar het westen, welke gij in uwverſlag wegens de reis van Freycinet deedt uitko-men. De post vertrekt, ik kan dezen verwardenbrief noch herlezen noch beſchaven, noch verbeteren.Ik hoop u in den volgenden zomer te omhelzen. Dui-zend groeten aan Gay Lussac.